1:01:02
je denkt dat je me kent, hè.
1:01:06
De Kansas City Star. Heb je me
misschien iets te vertellen ?
1:01:12
Ik weet wat ik gelezen heb.
-Een jochie van zestien.
1:01:18
je kent mij niet.
jij kent een jochie van zestien.
1:01:25
Verdomme. je was bij mij te gast.
-En jij bij mij, Fenimore.
1:01:31
Bill, William...
Hoe moet ik je noemen ?
1:01:34
Hoe heb je het lef
mij te veroordelen ?
1:01:41
Weleens op een boerderij gewerkt ?
1:01:48
Proberen je gezin te onderhouden.
1:01:52
De overheid stal mijn vaders water.
1:01:55
Een beekje dat
over ons land stroomde.
1:01:57
Ze hadden het ergens voor nodig.
1:02:01
We konden niets meer verbouwen.
Geen vee meer houden.
1:02:06
Geen leningen aflossen.
1:02:10
Tot mijn vader besefte dat hij
dood meer waard was dan levend.
1:02:16
Zijn botten zouden meer opleveren
dan het boerenleven.
1:02:27
Ik vond zijn tractor in een ravijn,
achter ons huis.
1:02:32
Het leek op een ongeluk.
Ik vond zijn lichaam.
1:02:38
En een briefje.
1:02:41
Aan mij gericht.
1:02:49
Maar het verzekeringsgeld was niet
genoeg om alle schulden te betalen.
1:02:55
De buren kochten ons land op.