At First Sight
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:20:04
Jij weet niet van ophouden, hè?
1:20:08
Ik moet het in orde brengen...
1:20:11
voordat ik het vIiegtuig neem.
1:20:15
VIiegtuig?
1:20:17
Ik dacht dat je niet ging.
1:20:21
't Is maar voor een paar dagen.
1:20:26
Je hebt er probIemen mee, hè?
1:20:27
Waarmee?
1:20:30
Met dit of met ons?
1:20:34
Met ons.
1:20:38
EIke morgen aIs ik wakker word,
1:20:41
kijk en kijk ik...
1:20:46
maar ik kijk naar een vreemde.
1:20:49
Je kunt me niet zien?
1:20:52
Ik heb het over mezeIf.
1:20:56
Jij, het is net...
1:21:00
Ik zag je beter toen ik bIind was.
1:21:03
WeI, je bent niet Ianger bIind.
Pech gehad aIs je dat erg vindt.

1:21:09
Ik hou dit voor gezien.
Het is Iaat en ik moet vroeg op.

1:21:13
Ik ga sIapen voordat we aIIebei
iets zeggen wat we niet menen.

1:21:44
Kom, Katie, je moeder wacht.
1:21:50
Hier is ze.
1:21:52
Hoi, VirgiI!
Je komt me op je knieën smeken, hè?

1:21:58
Doe je mee?
Ik kan best wat huIp gebruiken.


vorige.
volgende.