1:43:02
Dat is een wonder.
1:43:05
Je kunt naar de hemel
en levend terugkeren.
1:43:10
Teruggaan wanneer je maar wilt
met degene van wie je houdt.
1:43:18
-En dat wil je meemaken?
-Ja, graag.
1:43:24
lk ook.
1:44:05
Eén moment. lk ben zo terug.
1:44:12
lk verwachtte niet je te zien.
1:44:15
lk herinner me deze plek erg goed.
1:44:18
Hier trouwde je grootmoeder.
1:44:20
lk wilde 't af hebben
voor m'n eigen bruiloft.
1:44:23
-Dus je bent nog niet getrouwd?
-Nee, over twee weken.
1:44:27
lk ben niet te laat.
1:44:29
Weet je zeker dat je juist handelt?
1:44:31
-Zeker.
-Wat betreft trouwen?
1:44:34
-lk ben nooit ergens zeker van.
-Misschien handel je verkeerd.
1:44:38
-lk weet vrij zeker dat ik juist handel.
-Mooi.
1:44:40
Waarom is dat mooi?
1:44:42
Jij zei me fouten te maken.
1:44:44
Jij maakt geen fouten, jij handelt juist.
1:44:47
Je volgt je eigen raad niet op,
anders zou je niet met hem trouwen.
1:44:51
-Want dan zou ik juist handelen.
-Precies.
1:44:55
Op een vreemde manier
klopt 't wat je zegt.
1:44:58
Fijn.