:19:08
lk zie hem niet. Jij?
:19:10
Gaat het?
lk ga de anderen helpen.
:19:16
lk ken jou.
Hij is hier.
:19:20
Naar 't achterdek.
:19:22
Help me, ik verdrink.
:19:24
Hier, een reddingsboei.
- Dank je.
:19:32
Ziet iemand hem?
- Nee.
:19:48
Vangen.
:20:00
Daar gaat ie.
:20:08
Hij is ontsnapt.
- We hebben instructies gekregen.
:20:12
We moesten hem met 'n reddinsboei
in de oceaan gooien.
:20:17
Dan zijn we klaar.
We gaan eten.
:20:46
Dank je.
:20:48
Alles goed?
- Jij bent...
:20:54
lk ben Bu.
:20:58
Ben jij een vluchteling?
- Tuurlijk. Waarom niet?