1:17:13
Murph.
- Hoe is het, ouwe ?
1:17:17
Hoe is het met jullie ?
- Cool.
1:17:20
Niet te klef.
1:17:22
Hoe is het ?
- Prima, man.
1:17:27
Hoe is het, linkerd ?
1:17:34
Wie is die nieuwe zwartjoekel ?
- Pas op. Hij is m'n maat.
1:17:39
Waar is Frisco ?
- Frisco is oud nieuws, man.
1:17:45
Als hij oud nieuws is,
ben jij dan nieuw nieuws ?
1:17:52
Kan het een beetje snel ?
1:17:55
Ben je een smeris ?
1:17:59
Lul niet. Laten we zaken doen.
1:18:02
Ik wil weten met wie ik te maken heb.
- Murph, opschieten.
1:18:09
Ben je een smeris ?
- Lul niet.
1:18:12
Beledig me niet, klootzak.
- Luister.
1:18:15
Ik wil weten met wie ik zaken doe.
- Met mij. Moet ik naar een ander ?
1:18:20
Laat me voortaan weten
dat je een nieuwe meebrengt.
1:18:24
Kom op met het spul.
1:18:29
Voorzichtig met de auto, man.
1:18:31
Met de coke die hierin zit,
kun je een heel autopark kopen.
1:18:39
Hou je gemak.
1:18:52
Is het goed ?
- Wat is dit voor gezeik ?
1:18:55
Waarom mag ik het spul niet proeven ?
1:18:58
Omdat je een nikker bent.
- Rot op.