Instinct
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:15:01
Waar is mijn kaart?
1:15:03
Waar is ie? Iemand heeft hem.
1:15:12
Laat mijn kaart zien.
1:15:15
Dat is 'm niet. Ik wil mijn kaart.
1:15:17
Ik heb 'n doos.
1:15:21
Met iedereen z'n naam erin.
1:15:24
Ruitenaas is van mij.
1:15:28
Ik wil mijn ruitenaas zien.
1:15:30
Geef 's een dreun.
1:15:33
Hard rammen.
1:15:38
Ik heb hier 'n doos
met de namen van iedereen.

1:15:43
Jullie zitten er allemaal in.
1:15:47
Ik trek één naam.
1:15:49
Dit is degene die naar buiten mag.
1:15:52
We gebruiken de aas niet meer.
Begrepen?

1:15:56
We gebruiken de aas niet meer.
1:15:59
Elke dag trek ik één naam.
1:16:02
Die mag naar buiten.
1:16:05
De volgende dag
trek ik een andere naam.

1:16:08
Zo komt iedereen aan de beurt.
1:16:15
Vandaag is 't Lester Rodman.
1:16:22
Waar ben je, Lester Rodman?
1:16:25
Lester Rodman, waar ben je?
1:16:33
Lester Rodman, jij mag naar buiten.
1:16:36
Waar is de aas?
1:16:38
Wie heeft de aas?
1:16:42
Wie heeft 'm?
1:16:45
Geen aas meer. Lester mag vandaag.
1:16:48
Laat je kaarten zien.
1:16:52
Heb jij de aas, Pete?
1:16:56
Jij, Aapmans?
Heb jij de aas?


vorige.
volgende.