1:12:02
Teresa weet het.
Ze heeft me verlaten.
1:12:05
Ze ging met de kinderen
naar 'r zus in Tijuana.
1:12:08
Je moet me helpen.
1:12:10
Je zei er niets van.
1:12:11
Iemand moet me bijstaan.
1:12:14
Zodat ze zien dat ik niet alleen
ben, dat ik familie heb.
1:12:18
Wie kan ik anders vertrouwen ?
1:12:22
Maar de vrouwen... .
1:12:23
We kunnen hen morgen
in Tenakee Springs afzetten.
1:12:27
Ze zouden toch terugvliegen.
We laten hen oppikken.
1:12:36
Blijf hier.
Ik zal wel iets verzinnen.
1:12:40
Je redt me echt uit de nood.
1:12:43
Je verdient het niet.
1:12:49
Nou, ik vind het
een beetje vreemd.
1:12:52
En ik dan ?
lk moet een bed met jou delen.
1:12:55
Dat deed je vroeger altijd.
Niet zo lang geleden.
1:13:00
Dat is heel lang geleden.
In een ander leven.
1:13:04
Het kan leuk zijn.
1:13:07
Als we hem niet wilden
imponeren, waren we hier niet.
1:13:10
Wat bedoel je met "we"?
1:13:12
Dat weet je wel.
1:13:15
We zitten vol, maar kom erin.
1:13:19
Hoe voel je je ?
1:13:20
Wat beter.
1:13:21
Goed. De wind is gaan liggen,
dus het wordt rustiger.
1:13:26
Morgen gaan we naar Tenakee
en zetten jullie daar af.
1:13:31
- Wat is dat ?
- Een dorpje... .
1:13:32
Nee, boven.
1:13:37
Is er iemand aan boord gekomen ?
1:13:40
Wat gebeurt er ?
1:13:47
Oké, volg me.
Wat er ook gebeurt, volg me.