1:42:03
Moeder...
1:42:06
... slaapt nu bij mij en
er hangt een gespannen sfeer.
1:42:09
Je zou denken dat...
1:42:11
... iemands lichaam naast je
warmte zou afgeven...
1:42:17
... maar als ik wakker word, is het
alsof ze alle warmte uit mij trok.
1:42:23
Ik moet nu koken en mijn ogen...
1:42:26
... zijn altijd rood van de rook.
1:42:29
Het hout is te groot
voor de kachel...
1:42:32
... maar de bijl is verdwenen
en we kunnen het niet klieven.
1:42:40
Moeder zegt
dat het koud is in de hel.
1:42:46
Misschien...
1:42:50
... ben ik niet de ziel van een wolvin...
1:42:57
... maar van een zangvogel...
1:43:02
... die in de winter
naar het zuiden trekt.
1:43:06
En is mijn hart zo ziek...
1:43:10
... omdat ik hier niet hoor,
in de koude...
1:43:14
... het donker en het vocht.
1:43:17
Misschien ben ik
als de lucht in dit huis...
1:43:21
... de lucht die niet beweegt
als papa en moeder...
1:43:25
... in stilte zitten.
1:43:28
De rokerige lucht...
1:43:31
... die ruikt naar wol en oud spek.
1:43:38
We gooiden de dieren
op de rotsen, voer voor het getij.
1:43:43
Papa huilde."