1:22:23
Je gelooft nooit...
1:22:32
Hoe kom je hieraan ?
1:22:38
- Die heb ik gevonden.
- Hoe bedoel je ?
1:22:41
Op het strand.
1:22:45
Wacht. Hij lag op me te wachten.
1:22:49
Je moet me vertrouwen.
1:22:52
Ik wilde de briefschrijver
ontmoeten.
1:22:57
- Ik wou 't vertellen.
- Hoe heb je me gevonden ?
1:22:59
Ik heb al je brieven opgespoord.
Er stonden aanwijzingen in.
1:23:04
Alle brieven ?
1:23:08
Veel mensen reageerden
op de column.
1:23:11
Ik had het je willen vertellen.
1:23:14
- Wacht.
- Ik ga.
1:23:22
- Wacht.
- Waarom heb je dit gedaan ?
1:23:25
Waarom ?
1:23:29
Was je nieuwsgierig ?
Was het gewoon research ?
1:23:32
Nee, ik ben verliefd op je.
1:23:35
Eerst vanwege je brieven
en toen vanwege jou.
1:23:37
Het spijt me. lk was bang.
1:23:39
Bang dat ik je zou wegjagen.
Zoals ik nu ook doe.
1:23:47
Wat je ook van me denkt
en wat er ook gebeurt...
1:23:49
... ik wil dat je weet
hoeveel ik om je geef.
1:23:52
Het maakt toch niet uit
wat ons samen heeft gebracht ?
1:23:57
Die brieven waren voor haar, niet
voor jou. En niet voor je collega's.