:34:08
Wat is er? Ik dacht dat
je schietend binnen zou komen.
:34:12
Ik kom m'n adressenboek halen.
Ik blijf niet.
:34:15
Ik heb een belangrijk
nummer gekregen.
:34:18
Je moest zaterdag werken.
Waar ben je mee bezig?
:34:22
Met niks.
:34:25
Ik heb helemaal niks gedaan
en het was heerlijk.
:34:29
Zeg dat maar niet tegen Lumbergh.
:34:32
Je hebt 'n gesprek met de adviseurs.
- Met wie?
:34:36
Met de adviseurs. Wat heb je toch?
:34:44
Zeg dat je ziek bent.
Verzin maar wat.
:34:49
Ik voel me fantastisch.
Dit is een geweldige dag.
:34:55
Nu is Peter Gibbons aan slag.
:34:58
Daar ben je.
We hadden het net over je.
:35:04
Ik ben Bob Slydell
en dit is Bob Porter.
:35:08
Pak een stoel en ga zitten.
:35:12
We willen erachter komen hoe mensen
hun tijd besteden op hun werk.
:35:19
Beschrijf eens hoe
een gewone werkdag eruitziet.
:35:25
Tuurlijk.
:35:27
Ik ben meestal een kwartier te laat.
:35:33
Ik gebruik de zij-ingang
zodat Lumbergh me niet ziet.
:35:37
En dan zit ik een uurtje te dommelen.
:35:41
Te dommelen?
:35:44
Dan staar ik naar mijn bureau.
Maar het lijkt of ik werk.
:35:48
Dat doe ik na de lunch
ook nog een uur.
:35:52
Ik denk dat ik per week
maar een kwartiertje echt werk.