:27:43
Van het feest, wil je wat?
-Nee, dank.
:27:46
Doe maar onschuldig.
-Ik vermaak me zo ook wel.
:27:50
Dat zie ik.
:27:53
Die moet je niet slikken
als je rijdt.
:27:59
Je doet maar.
:28:04
Wat is geluk voor jou?
:28:08
Voor mij is dit geluk.
Hier zijn met jou. En voor jou?
:28:12
Ik weet het niet. Dit is niet
het moment voor zo'n gesprek.
:28:18
Je gedachten zijn ergens anders, hè?
:28:22
Misschien.
:28:31
Er is één ding wat me dwars zit.
:28:35
Dat je niks van me weet. Alleen
dat ik Nuria heet en goed neuk.
:28:40
Dat zijn belangrijke dingen.
-Je weet niet eens waar ik woon.
:28:45
Dan gaan we nu naar je huis.
:28:50
Dat is niet ver.