1:29:14
Wat is er?
1:29:15
Op kantoor staat een computer met
internet. Ik mag erbij als u meegaat.
1:29:21
Waarom wil je op het internet?
-Ik weet wat Ellie is.
1:29:25
Ellie is een bedrijf.
-Hoe weetje dat?
1:29:29
Ellie is 'L.E.' in het Engels.
De initialen van een bedrijf.
1:29:34
En wat ga je nu doen?
-Zoeken op initialen. Alles over L.E.
1:29:44
Shit.
-Je moet ze één voor één bekijken.
1:29:54
Jezus, ik heb dit eerder gedaan.
1:29:58
Dat is een sprongetje in de hersenen.
-Nee, dit keer niet.
1:30:03
God, dat is 'm.
-De foto uit je droom?
1:30:07
Daar droom je toch niet zomaar over?
-Een cryonics-bedrijf.
1:30:13
Ik print het uit.
-Maar wat heeft dit met jou te maken?
1:30:17
Dit is de sleutel. Kijk, ze hebben
een kantoor in Madrid.
1:30:22
Goed, ik zal erheen gaan.
-Nee, ik moet mee.
1:30:26
Ik krijg je hier nooit uit.
-Wel als u meegaat.
1:30:29
Verzin iets om me mee te krijgen.
U kunt het.
1:30:33
Je weet nog iets, hè?
1:30:38
Ik weet niks, ik heb alleen
een voorgevoel.
1:30:42
Dat ik erheen moet. Hoe dan ook.