:03:04
Hij zat toen in Chicago.
:03:07
In zo'n sjofele nachtclub.
:03:13
Leuk u te zien.
:03:18
Waar is hij ? Ga hem halen.
Hij ligt ergens, dronken.
:03:22
Hij is vast biljarten.
- Het is altijd wat anders.
:03:26
Hij is laat, komt niet,
of valt van 't podium.
:03:28
Ik heb je gewaarschuwd.
:03:32
Die mensen komen niet voor mij.
- Rustig, ik vind 'm wel.
:03:36
We zijn weer te laat.
:03:38
Ik vermoord hem, met z'n kapsones.
:03:41
Ik ga 'm wel zoeken. Maak je niet druk.
:03:45
Hallo. Leuk u weer te zien.
:03:50
Dat is weer vijftig.
- Je krijgt 't heus wel.
:03:54
Nog 'n potje ?
:03:58
Je hebt bezoek.
:04:02
Ik ben zo terug.
:04:07
Hoeveel ?
- Hier is jouw deel.
:04:15
Dertig dollar maar ?
Het is bijna twaalf uur.
:04:18
Het is de helft.
:04:20
Hier kan ik niet van leven.
Ik heb uitgaven.
:04:23
Sorry, weinig klanten.
Het is 'n joodse feestdag.
:04:27
Of 't regent,
of je hebt voedselvergiftiging.
:04:30
Doorjouw drank.
:04:32
Luister, Emmet. Niet schrikken...
:04:35
Toen ik in bed lag met een van jouw
klanten, raakte hij erg opgewonden...
:04:40
... en kreeg hij 'n hartaanval,
en is hij doodgegaan.
:04:46
Welke ?
- Die uit Detroit.
:04:48
Wat heb je toen gedaan ?
- M'n kleren gepakt en 'm gesmeerd.
:04:53
Dus niets leidt meer naar ons ?
- Misschien had hij je visitekaartje.