1:08:00
Kun je ertegen ?
Je bent een vriend van Freddie.
1:08:04
Er staat
'Ik haat opera' op z'n borst.
1:08:07
Er kan 'n libretto
op Freddie z'n borst.
1:08:11
Ik weet zeker dat we elkaar eerder
hebben ontmoet. Nietwaar, Ted ?
1:08:16
Dick is Herbert Greenleafs zoon.
- U heeft me ontmoet, ja.
1:08:21
Het ene moment zijn jullie kinderen,
dan nemen jullie tatoeages.
1:08:27
Proost.
1:08:48
Hoe gaat 't ? Wat doe je in Rome ?
- Is Dickie bij je ?
1:08:56
Ik ben Tom Ripley.
- Peter Smith-Kingsley.
1:08:58
Ik heb veel over je gehoord.
- Je hebt geen bril op.
1:09:02
Waar zit hij ? Onuitstaanbaar, he ?
- Is hij hier echt niet ?
1:09:07
Dickie heeft 'Ik haat opera'
op z'n borst staan.
1:09:11
Je zou naar Venetië gaan.
- Ja, je wilde dolgraag.
1:09:16
Ik wilde met je gaan roeien.
- Ik wil ook nog.
1:09:21
Echt. Ik ben op reis geweest.
Ik kom niet zo noordelijk.
1:09:24
We moeten 'n beetje opschieten.
Ik geef je m'n telefoonnummer.
1:09:31
Kijk, daar is Meredith. Hoe heet ze
ook alweer ? Van dat textielmerk.
1:09:37
Een paar van ons waren er met kerst.
- Ik ken haar niet.
1:09:43
Hij heeft niet gebeld. Hij schrijft
nauwelijks, en dan nog onduidelijk.
1:09:48
Je laat mensen niet zo vallen.
- Zien we je nog ?
1:09:52
Of ben je hier met mensen ?
- Ik kan niet.
1:09:55
En morgen ?
- Ja, 's morgens ?
1:09:59
Ken je Cafe Dinelli
op het Piazza di Spagna ?