1:30:00
We bekijken de hotelregisters
en komen erachter...
1:30:05
... dat Dickie Greenleaf er logeerde.
1:30:08
De verhuurder weet weer
dat twee Amerikanen 'n boot namen.
1:30:12
Dat is geen patroon, maar toeval.
Er zijn wel vijftig hotels.
1:30:16
En honderd mensen die 'n boot huren.
- 31 mensen.
1:30:21
31 mensen ?
1:30:25
Ja, 31.
1:30:30
Daar is Miss Sherwood.
1:30:39
Laat maar in.
1:30:42
Laat haar er maar in.
Wat maakt 't ook uit ?
1:30:47
Nee, eigenlijk... Liever niet.
1:30:51
Ik zou het op prijs stellen als u
haar vraagt om later terug te komen.
1:31:01
Dank u.
1:31:04
Waarom praat u wel met uw vriend
en niet met uw verloofde ?
1:31:11
Dat heb ik net gezegd, dacht ik.
1:31:13
Mr Ripley zorgt voor 't een en ander.
1:31:16
Mr Ripley wil niet met me trouwen.
1:31:19
Hij vraagt niet elke dag
of ik dat wil, en wanneer.
1:31:24
Heeft u een foto van signor Ripley ?
- Zulke foto's heb ik niet op zak.
1:31:31
Ik heb u boos gemaakt. Het spijt me.
Misschien is m'n Engels te ruw.
1:31:36
Het is wel 'n beetje ruw, ja.
1:31:42
Het spijt me.
1:31:46
Niemand heeft signor Ripley
na San Remo gezien. U wel, ja.
1:31:49
Miss Sherwood ook, vraag maar.
1:31:52
En als ik nog wist hoe het hotel
heette waar hij logeerde...
1:31:58
Het Goldoni.
Tom logeerde in het Goldoni-hotel.