Titus
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

2:01:06
Ik zweer het je op mijn god.
2:01:25
Eerst moet je weten...
2:01:28
dat ik hem bij de keizerin heb verwekt.
2:01:30
Die onverzadigbare en geile vrouw.
2:01:38
Ach, Lucius...
2:01:39
dat was louter aardigheid
2:01:42
vergeleken bij wat je nog te horen krijgt.
2:01:44
Haar twee zonen hebben Bassianus vermoord.
2:01:47
Zij...
2:01:49
sneden je zus haar tong af
2:01:51
en verkrachtten haar.
2:01:53
Ze hakten haar handen af
2:01:54
en versierden haar.
2:02:05
Vuile schurk ! Noem je dat versieren ?
2:02:08
Ze werd gewassen
2:02:10
en gesneden en versierd.
2:02:13
Echte versierpret voor de twee die het deden.
2:02:16
Barbaarse beesten zoals jij.
2:02:21
Inderdaad, ik was de meester
2:02:24
die 't hen leerde.
2:02:26
Hun wulpse aard hadden ze van hun moeder.
2:02:30
Die bloeddorstige gedachten
2:02:31
hebben ze van mij geleerd.
2:02:34
Wel...
2:02:36
Iaat mijn daden van mijn waarde getuigen.
2:02:39
Ik lokte je broers naar de kuil
2:02:41
waar het lijk van Bassianus lag.
2:02:44
Ik schreef de brief die je vader vond
2:02:46
en verborg de buidel met goud onder de boom.
2:02:49
Ik troggelde je vader z'n hand af.
2:02:52
En toen ik ze eenmaal had,
2:02:54
bescheurde ik me van het lachen.
2:02:57
Toen ik de keizerin de grap vertelde,

vorige.
volgende.