2:04:00
Vaak haalde ik lijken
2:04:02
uit het graf
2:04:04
en zette ze aan de deur bij hun vrienden
2:04:07
wanneer hun verdriet
2:04:08
bijna was vergeten.
2:04:11
En in hun huid,
2:04:13
alsof het boomstammen waren,
2:04:15
kerfde ik met mijn mes
2:04:16
in Romeinse letters:
2:04:18
"Laat je verdriet niet sterven,
2:04:20
al ben ikzelf dood."
2:04:30
Ach...
2:04:33
wel duizend gruweldaden heb ik gedaan,
2:04:36
even achteloos als men een vlieg doodslaat.
2:04:39
En ik vind het alleen maar erg
2:04:43
dat ik er geen tienduizend meer kan doen.
2:04:47
Haal die duivel eraf.
2:04:49
Hij verdient niet zo'n zachte dood
2:04:51
aan de strop.
2:04:56
Als er duivels bestaan,
2:04:59
wil ik 'n duivel zijn en eeuwig branden
2:05:02
met jouw gezelschap in de hel
2:05:04
om je te sarren met mijn boze tong.
2:05:06
Heren, snoer hem de mond,
2:05:09
Iaat hem niet meer spreken.
2:05:17
Heer...
2:05:18
er is een bode uit Rome.
2:05:23
Welkom, Aemelius.
2:05:27
Wat voor nieuws uit Rome ?
2:05:29
Heer Lucius, en prinsen van de Goten,
2:05:32
de Romeinse keizer laat u groeten.
2:05:34
Hij heeft gehoord van uw opmars
2:05:36
en vraagt een onderhoud in uw vaders huis.
2:05:39
Als u gijzelaars eist,
2:05:41
worden ze meteen uitgeleverd.
2:05:43
Wat zegt onze generaal ?
2:05:45
Laat de keizer zijn onderpand
2:05:47
bezorgen bij mijn vader
2:05:48
en mijn oom Marcus, en wij zullen komen.