1:11:02
Het denkt dat we bacillen zijn.
1:11:06
"Wat wil je van ons ?"
1:11:09
Visceuse neurologische zenders,
1:11:14
zuurstofdoorlatend weefsel,
Aponeurus Superiorus Papelbrai.
1:11:18
"Superior..."
Wat is dat ?
1:11:21
Het is een deel van de optische zenuw.
- Wat ?
1:11:25
Reservestukken.
1:11:28
Het wil ons voor reserveronderdelen.
1:11:42
- Het moet worden vernietig.
- Hoe?
1:11:44
- Je zei dat het elektrisch was,
zoals bliksem.
- Ja.
1:11:47
- Wat gebeurt er als bliksem water raakt?
- Het wordt vernietigd!
1:11:49
Ja, het wordt vernietigd,
het breekt af en het sterft.
Dat betekent dat we dit ding kunnen doden.
1:11:54
- We moeten het schip laten zinken.
- Het zit in de computer.
1:11:58
- Waar is het mainframe?
- D Dek. Een dek beneden.
1:12:01
Ze heeft gelijk. We moeten naar de
computer als we het willen doden.
1:12:06
We moeten hier
eerst weg.
1:12:09
Willen jullie hier weg?
Ik laat jullie een uitweg zien.
1:12:25
Dat zal wel, ja.
Dat zal mij niet overkomen.
1:12:30
Ik ga niet indruisen tegen die dingen man.
Jullie kunnen doen wat je wil.
1:12:34
- Ik ben hier weg.
- Buk je !
1:12:38
- (Roepend, onduidelijk)
- Jebent gek !
1:12:44
Wie gaat mijn spullen dragen ?
Wie gaat mijn spullen dragen ?
1:12:52
- Hj is zot geworden, man.
- Komaan ! Laten we gaan !
1:12:56
Steve.