:04:02
Vier minuten.
- Vier maar ? Het leek veel langer.
:04:08
Het is ons gemiddelde.
- Echt ?
:04:11
Met 'n drankje erbij kan 't
wel 'n minuut of twintig zijn.
:04:15
Of 't wordt een uur of zes.
Maar meestal is 't vier minuten.
:04:20
Heb je alleen jezelf getimed,
of heb je mij getimed ?
:04:27
Waarom zou ik ? Het is mijn horloge.
:04:30
Weet ik,
maar waarom probeer je 't niet 's ?
:04:36
Het is twee over halfzeven.
:04:40
Er ligt in elke kamer
wel iets van jou, Matthew.
:04:44
Overal ligt wat.
Het is 'n ongelooflijke zooi.
:04:49
Wat is dit nou weer
voor vreselijke troep ?
:04:54
Het zijn mijn spullen.
- Er ligt 'n steen in de slaapkamer.
:05:00
Als je erop wrijft, brengt ie geluk.
:05:08
Ik zou toch bij je intrekken ?
- Nog even niet.
:05:42
Wanneer maak je 't schilderwerk af ?
:05:52
Ik ga maar 's.