:09:00
Zij die het wel deden,
werden voor altijd bevroren.
:09:04
Toen de goden er waren,
vlogen ze door de lucht.
:09:08
Ze reden in strijdwagens
naar grotten met gouden bogen.
:09:14
En overal was voedsel.
:09:17
Het was magisch.
:09:20
De goden mochten niet verliefd worden
op sterfelijke vrouwen.
:09:25
Maar deze deed dat wel.
:09:27
Ze hebben hem daarom als straf
bevroren achtergelaten.
:09:34
Is hij een echte god ?
:09:36
Je gelooft toch alleen
wat je kan zien ?
:09:49
Er is nog meer. Als de zon ondergaat,
zie je de rest van de goden.
:09:55
Dat zijn de heldere lichten.
:09:59
Als het donker is, komt het beest.
In die grot zitten we veilig.
:10:10
Kijk die stakkers eens.
De goden waren echt kwaad op ze.
:10:14
Carlo, we gaan eten.
:10:50
Wat is een 'Groener' ?
- Van het 'gras is altijd groener'.
:10:54
Altijd op zoek naar iets beters.
:10:57
Misschien had ze gelijk.