:30:00
- Doen we het dus ?
- Hoe ben je daar zo zeker van ?
:30:03
Je bent gekomen.
:30:05
Ja, ik ben er.
:30:07
- Heb je hier iemand van verteld ?
- Nee.
:30:09
Niemand.
:30:12
- Zelfs je vriendin niet ?
- Hoe weet je dat ik een vriendin heb ?
:30:16
Ik weet niet of je er een hebt.
Dat neem ik gewoon aan.
:30:19
Ik bedoel, je bent jong, snap je.
:30:23
- Heb je het haar verteld ?
- Waarom zou ik dat doen ?
:30:26
Anders zijn we er aan.
Je wil me niet naaien.
:30:29
Daar heb ik aan gedacht, maar liever niet.
:30:32
Serieus, je wil me toch niet verraden ?
:30:34
- Je stelt vreemde vragen.
- Dit is een verraadtest.
:30:38
We zijn er allebei aan
als je er met iemand over praat.
:30:43
Je wil dit niet doen.
:30:45
Daar lijkt het op. Moet ik dus nee zeggen ?
:30:48
Ik wil niet dat je nee zegt,
maar wat je wil zeggen.
:30:51
Als je het wil doen, doe het dan.
Als je gewoon...
:30:53
veel geld wil verdienen door te verliezen.
:30:56
Je moet het goed weten.
:30:57
Je pleegt een misdrijf.
Je verliest een wedstrijd voor geld.
:31:01
Je moet begrijpen dat je de wet overtreedt.
:31:04
Als je dat Oké vindt, vind ik dat ook.
:31:06
Ik weet wat ik doe. Heb je het geld nou ?
:31:09
Ik heb er 10. Later krijg je 15, dan 25.
:31:12
Waar is het ?
:31:14
Op het toilet.
:31:18
Het is niet op het toilet,
maar in mijn onderbroek.
:31:22
We moeten naar het toilet
om het te pakken.
:31:26
Ik zou het er hier uit kunnen halen,
maar we kunnen beter naar het toilet gaan.
:31:30
Oké. We gaan naar het toilet
en pakken je geld.
:31:33
We gaan naar 't toilet
en doen m'n onderbroek uit.
:31:36
Dit is idioot.
:31:39
Wat we al niet doen
om een wedstrijd te vervalsen.
:31:56
Nou ?