Finding Forrester
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:05:00
Ik zie je maandag, oké?
1:05:19
Het was Stamford.
1:05:21
Pardon?
1:05:22
In de bar in Londen.
1:05:24
Hij stelde Watson aan Holmes voor.
1:05:27
Kan je tijd besparen
als straks iedereen weg is.

1:05:37
Weet je hoe lang ik daaraan heb gewerkt?
1:05:40
't Lijken mij eerder twee of drie
seizoenen van geloofsperfectie.

1:05:49
Je bent zo ver weg
dat je me niet eens kunt horen.

1:05:52
Ik kan je vragen waarom je deze buurt
nooit uitgaat en je zou niet...

1:05:56
Paragraaf drie begint...
1:05:59
met een voegwoord, "en".
1:06:02
Je mag een zin
nooit met een voegwoord beginnen.

1:06:04
- Jawel.
- Nee.

1:06:06
Dat is 'n vuistregel.
1:06:08
Nee.
1:06:09
Dat was een vuistregel. Soms als je
een zin met een voegwoord begint...

1:06:14
benadruk je die zin. En dat probeert
de schrijver misschien te doen.

1:06:18
Wat is het risico?
1:06:20
Dat je het te vaak doet.
1:06:23
Het leidt af en kan het gevoel geven
dat je werk maar doorratelt.

1:06:26
Maar de regel voor "en" en "maar"
aan 't begin van de zin is vrij twijfelachtig.

1:06:31
Ook al wordt hij nog
door teveel professoren onderwezen.

1:06:34
Sommige van de beste schrijvers
negeren die regel al jaren, jij ook.

1:06:41
Nou, je hebt iets genomen
wat van mij was...

1:06:46
en dat heb je tot iets van jou gemaakt.
Een hele prestatie.

1:06:52
Dank je.
1:06:53
Het is toch nog mijn titel?
1:06:58
lk denk 't.

vorige.
volgende.