1:03:09
Ja hoor, vroeg of laat
komen ze allemaal terug.
1:03:18
Hoe gaat 't?
-Goed. Metjou ook?
1:03:21
Wat is er dan? Waar kom je voor?
1:03:25
Het karaoke-apparaat. Is er iets?
-Ik heb 'n blondje binnen.
1:03:30
Ga mee.
-Nu meteen?
1:03:32
Kom even binnen.
-Nee, ze sluiten zo.
1:03:37
Heel eventjes.
1:03:39
Jochie, blijfer 's even bij.
Ik ga heus wel met je mee.
1:03:43
Maar eerst even naar mij luisteren.
1:03:53
Test. Sibilance.
1:03:56
Ik ben de koning van de rock.
Hij doet 't niet.
1:04:00
Ik kan die man niet vinden.
1:04:04
De aannemer wil dinsdag
komen kijken. Kun je dan?
1:04:08
Er moet iets vast. Of los.
Ik begreep 'm niet zo.
1:04:14
Dinsdag moet ik naar Schwartz.
Sterfgeval.
1:04:17
Donderdagavond? Dan kunnen ze ook.
1:04:21
Dat gaat niet. Dan heb ik al iets.
1:04:24
Kun je 't niet afzeggen?
We lopen al achter.
1:04:30
Ik moet met Anna mee
naar een feestje van kantoor...
1:04:33
...ofzoiets.
1:04:36
Is 't iets belangrijks?
1:04:38
Nee, ze gaat niet graag alleen.
1:04:42
Tegen mij heeft ze niks gezegd.
-Het stelt niks voor.