Malena
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:19:18
Waarom kijkt iedereen naar haar?
-Zomaar.

1:19:49
Ik zag ze arm in arm
over het plein lopen.

1:19:53
Stil, daar is ze.
1:19:55
Ik heb haar nog nooit
op de markt gezien.

1:19:59
Ze is het echt.
1:20:03
Ze heeft wel bredere heupen.
1:20:06
Ze moeten haar met rust laten.
1:20:10
Ze heeft rimpels rond haar ogen.
1:20:13
En ze is aangekomen.
1:20:17
Dat was vroeger wel anders.
1:20:19
Goedemorgen, mevrouw Scordia.
1:20:36
Goedemorgen.
1:20:41
Wilt u wat mooie tomaten?
1:20:43
Daar zijn ze goedkoper.
-Dank u.

1:20:48
Mooie handel.
1:20:51
Naar uw zin, signora Maléna?
1:20:54
Neem maar.
-Dat hoeft niet.

1:20:56
Toe maar.
-Een andere keer.

1:20:58
Geef uw tas maar.
Dat komt wel goed.


vorige.
volgende.