:42:00
Peter leeft. Hij wordt
vastgehouden door de ELT.
:42:04
Ze noemen 'm krijgsgevangene.
:42:07
Ze willen vijf miljoen
voor z'n vrijlating.
:42:12
We kunnen onderhandelen.
Ze beginnen altijd zo.
:42:17
Om beter voor 'm te zorgen,
en 'm beter te voeden...
:42:21
en om te bewijzen dat ie nog leeft,
willen ze de eerste betaling.
:42:28
Zo snel mogelijk.
-Hoeveel dan?
:42:31
Anderhalf miljard pesos.
:42:34
Het is maar 50.000 dollar.
-Kan ik 'm spreken?
:42:40
Dat denk ik niet. Deze vent
belt nog één keer op...
:42:44
en zegt waar we heen moeten.
:42:52
Dames...
:42:53
Het gaat erom dat Peter leeft.
:42:57
Dit is heel positief en heel snel.
:43:00
In zo'n geval, echt heel snel.
:43:03
Echt waar.
-Mogen we even?
:43:12
Ik vertrouw die vent niet
met 50.000 dollar.
:43:16
Heb jij er 'n goed gevoel bij?
:43:20
Hij doet maar wat. Het is 'n zootje.
Er zijn nog andere mensen.
:43:25
En die vinden we niet.
-Ik wacht op die vent uit Miami.
:43:30
Hoe lang wacht je?
Peter leeft nu nog.
:43:34
Peter is mijn broertje.
:43:39
Ik probeer na te denken. Ik heb
dit ook nooit eerder gedaan.
:43:45
Dat weet ik. Ik weet het.
:43:57
Waar zou ik heen vluchten?