:37:22
Wat is ze dun. Onherkenbaar.
:37:27
Ik krijg al bijna m'n rode jurk dicht.
:37:30
Sara, de postbode.
:37:32
Als hij binnen is, zal ik ermee zwaaien.
- Zeker weten ?
:37:39
Hij komt heus wel, Sara.
:37:47
Daar is Harry.
- Kijk nou 's.
:37:50
Kalm aan, ma. Je drukt me plat.
:37:55
Kom mee naar binnen.
:38:01
Hoe is 't ? Je ziet er goed uit.
Wil je wat eten ?
:38:06
Een hapje ? Een plak cake ?
Ik kan even iets gaan halen.
:38:11
Ik heb niks in huis, maar Ada heeft
vast wel iets zoets. Wil je wat eten ?
:38:17
Nee, ma. Toe, ga nou zitten.
Ik word duizelig van je.
:38:23
Zie je iets aan me ?
Zie je dat ik slanker ben ?
:38:27
Kan best.
- 25 pond eraf. Niet te geloven, hé ?
:38:33
Fijn, ma. Ik ben blij voor je.
Maar ga je nou zitten ?
:38:44
Sorry dat ik zo lang niet ben geweest,
maar ik heb 't druk gehad.
:38:49
Heb je een goeie baan ?
Gaat alles goed ?
:38:52
Wat voor iets ?
:38:56
Ik doe de distributie
voor een grote importeur.