:10:01
Je veegt 'n notitie weg.
:10:03
Diner met de burgemeester.
:10:05
Dat mogen we nou net niet missen.
:10:08
Marty, ik heb 'n extra dag nodig
:10:10
voor de grap met het dode paard.
:10:13
Ik meen het.
:10:15
En nog eens 'n halve dag voor de vijver.
:10:19
We kunnen niet in de molen draaien.
:10:21
Marty...
:10:23
Bel dadelijk terug.
:10:24
We kunnen niet in de molen draaien.
:10:26
De burgemeester heeft alles toegezegd.
:10:29
Hij is afgebrand. - Wanneer ?
:10:31
In 1960.
:10:35
'...in de reeks verdachte branden
:10:37
ging ook de oude molen verloren.'
:10:39
Je zei dat er een molen was.
:10:41
'De brandstichter, een gestoorde tiener,
:10:43
werd de aanleiding
:10:45
voor de oprichting van de Huskies...'
:10:48
Moet 't een molen zijn ?... Waar zat jij ?
:10:50
In New Hampshire, op de oude locatie.
:10:53
We filmen de molen niet.
:10:54
En dat is de zuiverste waarheid.
:10:57
Ze zeiden me grappen te verwachten
:10:59
omdat ik nieuw ben. - Dat is het niet.
:11:02
De molen is afgebrand.
:11:05
En kun je de molen niet bouwen ?
:11:08
Ons geld is op.
:11:09
Je bouwde er een in New Hampshire.
:11:11
Die houden ze als losprijs.
:11:16
Waarom moesten we uit New Hampshire weg ?
:11:27
Wat kunnen ze gebruiken
:11:28
in plaats van een molen ?
:11:30
Ja, Marty ? - Ik kan het niet schrijven.
:11:33
Hoezo ? - Ik ben m'n schrijfmachine kwijt.
:11:35
Bezorg Mr. White een schrijfmachine.
:11:37
Ik kan alleen op 'n manuele schrijven.
:11:39
Dat gevoel ken ik.
:11:41
Schrijfmachine voor Mr. White !
:11:42
Weet je, dat is een leugen.
:11:45
Een zware tekortkoming.
:11:46
Het is talent voor fictie, geen leugen.
:11:50
Ga nou maar.
:11:53
Bill...
:11:57
Hoe groot is dat paard ? - Vijftien handen.