The Kid
prev.
play.
mark.
next.

:08:01
Je zus komt morgen eten
met haar gezin.

:08:04
Je hebt de kinderen
lang niet gezien.

:08:07
Misschien wil je nog
iets van zolder.

:08:10
Zoals?
:08:12
Herinneringen aan vroeger?
:08:14
Je weet maar nooit.
:08:18
Hoe vaak heb ikjou
de laatste 20 jaar om iets gevraagd?

:08:24
Om wat dan ook?
:08:30
Je hebt 'n belangrijke bespreking.
:08:33
Boze, belangrijke mensen roepen om je.
Er heerst pandemonium...

:08:37
...ergens, vast wel, en je moet weg.
Nu meteen.

:08:43
Sterkte met de verhuizing.
:08:45
Ik hoor 't nog wel.
:09:01
kijk hoe de markt gesloten is.
Check de Nasdaq.

:09:06
Zo zieje er perfect uit.
:09:07
Volstrekt onweerstaanbaar.
:09:09
Niet naar mij kijken.
:09:12
Een nieuwe cliënt?
:09:13
Als hij er knap uitziet,
krijg ik een hotdog.

:09:17
Dat wordt honger lijden.
-Mooi niet.

:09:21
Dankje.
-Graag gedaan.

:09:23
Niet delen met zakmans.
-Nooit.

:09:26
Leve de cholesterol. Geef maar.
:09:28
Daar werk ik voor.
:09:30
Ze zijn dodelijk.
Je krijgt kreeft met roomsaus.

:09:34
Ik wil 'n hotdog met mosterdsaus.
:09:38
Niet nagelbijten.
:09:39
Ik bijt er maar één.
En wat maakt 'tjou uit?

:09:43
Je werkt voor mij.
Nagelbijten is 'n blijk van zwakte.

:09:47
Is één nageltje zwakte? En dit?
-Heel fijn.

:09:53
Is hij er?
-Hij wacht al.

:09:54
Wacht even.

prev.
next.