The Kid
prev.
play.
mark.
next.

1:05:12
Blijven we nou alles verknallen?
1:05:18
We moeten veranderen.
1:05:21
We moeten veranderen.
1:05:33
Gaaf, dat we allebei tegelijk...
1:05:52
Morgen zijn wejarig.
1:05:53
Ik weet 't.
1:05:55
Mag ik wat vragen?
1:05:58
Wat gebeurt er hierna?
-Hoezo?

1:06:00
Met mij.
1:06:03
Tussen nu en dat ikjou word.
Wat gebeurt er?

1:06:08
Doe ik ooit iets goed?
1:06:10
Je doet van alles goed.
1:06:12
Wat dan?
1:06:16
Je overleeft de lagere school,
op 't nippertje.

1:06:20
Op de middelbare school
blijfje 'n watje.

1:06:24
Maarje bent niet dom.
Je werktje 't apezuur.

1:06:27
Je haalt hoge cijfers.
Hele hoge.

1:06:31
Je krijgt een beurs voor UCLA.
1:06:33
Ben ik slim?
1:06:35
Heel slim. Maar nog steeds 'n watje.
kruip erin.

1:06:45
Opschuiven.
1:06:48
Op de universiteit
begint 't beter te gaan.

1:06:51
Je gaat sporten,
vindt een spraaktherapeut.

1:06:55
Je werktje 't apezuur,
en studeert als beste af.


prev.
next.