The Kid
prev.
play.
mark.
next.

1:11:00
Goed. Vertel verder.
Hoe is dat nou?

1:11:04
Hij vraagt naar zijn toekomst.
Mijn verleden. Ik zeg weinig.

1:11:11
Goed? Vind je dat goed?
1:11:14
Wat zou jij dan doen?
1:11:16
Als de kleine Deirdre verscheen...
1:11:19
...in haar schooluniform,
en vroeg wat er nu kwam?

1:11:25
Dan zei ik:
'Schat, zit maar nergens over in.'

1:11:29
'Het wordt fantastisch.'
1:11:34
Wie wordt er nu
wat hij als kind heeft gedacht?

1:11:40
Hoeveel worden er astronaut?
1:11:45
Of ballerina?
1:11:50
We maken er gewoon 't beste van.
1:12:02
Deirdre moet naar huis.
1:12:07
Alsje iets wilt weten overjejeugd,
heb jij een goede bron.

1:12:12
Dat is zo.
1:12:15
Bedankt voorje hulp.
1:12:19
Zorg datje altijd om hulp vraagt.
1:12:23
Je krijgt 'm nog ook.
1:12:27
Bedankt.
-Hou je goed.

1:12:48
Janet, met mij.
Sorry dat ik zo laat nog bel.

1:12:51
Ik overleef't wel.
1:12:53
Verzet alle afspraken
van morgen naar vrijdag.

1:12:57
Nog iets?
1:12:58
Dat is alles.

prev.
next.