The Kid
prev.
play.
mark.
next.

1:26:00
Omdat ik weet waar ik die tic van heb.
1:26:03
Bel de whaambulance.
1:26:10
Deze keer voor mij, hè?
1:26:17
Zullen we gaan?
1:26:21
kom op, dan.
1:26:27
We gaan wat eten.
1:26:29
Goed. Maar ik eet wat ik wil.
1:26:37
Dit is walgelijk.
Laat 's proeven.

1:26:43
Je bent niet echt boos.
-Waarover?

1:26:46
Dat we niets veranderd hebben.
1:26:49
Dat we toch de hele lagere school
met Vince moeten vechten?

1:26:55
En altijd lelijk zijn?
1:26:57
Maar niet dom.
-Niet dom.

1:27:00
Studeren als 'n zak zonder meid
of hond, en met 'n tic?

1:27:05
En met veertig nog geen gezin.
1:27:14
Gebeurd is gebeurd.
1:27:20
Maar mooi dat we vandaagjarig zijn.
1:27:25
Gefeliciteerd en proost.
1:27:36
Dagjongen. Wie ben jij?
1:27:39
Chester, kom.
1:27:49
Hoorjij hoe hij z'n hond noemt?

prev.
next.