The Kid
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:35:06
Je kunt...
:35:08
... hem zien ?
:35:11
Ja, ik...
:35:13
... zie hem.
- Je ziet daar 'n jongetje ?

:35:20
Ik dacht 't wel.
:35:29
Dat jongetje ben ik, op m'n achtste.
:35:33
Laat 'm verdwijnen.
- Dat ben jij ?

:35:36
Op je achtste ?
:35:38
En ik moet 'm laten verdwijnen ?
:35:41
Alsjeblieft.
:35:44
Hoe was je therapie ?
- Vooruit.

:35:46
Hoe moet ik dat nou doen ?
:35:48
Jij bent de assistente.
Zoek 't maar uit.

:35:52
Schreeuwen, dat helpt.
:35:55
Ik denk veel helderder.
Ik heb meer voeling...

:35:59
... met mijn toverkracht.
:36:02
Hocus, pocus, pilatus, pas.
:36:05
En hij is weg !
:36:09
Mislukt.
Ik heb mijn toverondergoed niet aan.

:36:15
Stap in.
:36:18
Je stelt me teleur.
- Ontslagen, hoop ik ?

:36:21
Nee, geen bonus.
- En m'n tandartsverzekering ?

:36:25
Mijn baas is gek geworden.
:36:27
Blijf je liever bij mij ?
:36:30
Ik red 't wel.
:36:38
Bel snel een whaaambulance.
:36:42
Waarom huil je ?
:36:44
Ik wil naar huis.
:36:46
Ik probeer je thuis te brengen.
- Krijg ik straf ?

:36:49
Wel als je snot
aan mijn kalfsleren stoel afveegt.

:36:54
Bedenk nou waar je woont.
:36:56
Dat moet jij weten.
- We zijn twaalf keer verhuisd.


vorige.
volgende.