1:03:01
	Gefeliciteerd.
- Ooit.
1:03:03
	Dubbel gefeliciteerd.
- En weet je wat ?
1:03:07
	Wat ben je toch 'n zak.
- Hoezo ?
1:03:11
	Je was zo grof tegen Ben.
Je sloeg de deur in z'n gezicht.
1:03:15
	Niet waar.
- Wel.
1:03:19
	Het was 'n grapje. Ik heb het in
een toneelstuk gezien. Sorry hoor.
1:03:26
	Aangeschoten ?
1:03:27
	Ben heeft de heerlijkste
wijn besteld.
1:03:32
	Je bent jaloers. Dat is het.
Je bent jaloers omdat ik uit was.
1:03:38
	Hoe kan dat ? Ik heb gezegd
dat je uit moest gaan.
1:03:43
	Wat is er zo leuk ?
- Iets wat Ben zei.
1:03:47
	Sorry, je was er niet bij.
1:03:50
	Hij merkt alles op.
- Het ging zeker over mij.
1:03:54
	Mij, mij. We hebben het
amper over jou gehad.
1:03:58
	Behalve dat ik ingespoten ben
door m'n homovriend.
1:04:02
	Je bent niet ingespoten.
- Juist.
1:04:06
	Is Sammie meteen gaan slapen ?
- Hij heet Sam.
1:04:10
	Hij heet geen Sammie,
geen Sammie DavisJr. Gewoon Sam.
1:04:16
	Ik weet niet wat je hebt,
maar ik ga naar bed.
1:04:31
	Wil je 't water in ?
1:04:35
	Pap, mag ik in zee ?
- Tuurlijk.
1:04:39
	Mag ik 'm meenemen ?
1:04:54
	O, god.
- 'O, god' is de ware.