1:06:08
Kan ik u helpen?
1:06:24
Nu kun je je aankleden.
1:06:42
-Waar wil je deze?
-leg het hier maar neer.
1:06:52
Wat is Oz van plan,
weggaan met mijn vrouw?
1:06:55
-Ik kan hem oppiepen, Kun je het aan hem vragen.
-Piep hem op.
1:06:58
Nou, is dit geen schijtzooi?
1:07:04
Misschien komt hij niet achter ons aan
en laat ons gaan.
1:07:08
Misschien kan ik met hem praten,
Hem tot rede brengen.
1:07:10
We zijn nu vrienden, niet dan?
1:07:12
-Dat is wat Harry Lefkowitz dacht.
-Wat is met Harry Lefkowitz gebeurd?
1:07:17
Ik wil niet weten wat er met Harry Lefkowitz
is gebeurt.
1:07:22
Het is je pieper.
1:07:25
Ik weet het.
1:07:28
Het is Jimmy.
1:07:31
Jimmy, ik ben het.
1:07:34
Oz, wat dacht je wel niet,
er zo met Cynthia vandoor te gaan?
1:07:38
Het spijt me, maar ik kan je
haar niet laten vermoorden.
1:07:41
Wat bedoel je?
Dat heeft niets met jou te maken.
1:07:45
Ik ben verliefd op haar.
1:07:49
Kijk, Ik heb niet--
1:07:53
Wat zie je?
1:07:54
Ik hou van haar.