:19:06
Als je in nog zo'n situatie komt,
open je de tweede brief.
:19:11
Al snel kwam de man in 'n moeilijk
parket en hij opende de eerste brief.
:19:16
Hij las: Geef mij overal
de schuld van.
:19:19
Dus gaf ie z'n voorganger de schuld
en 't werkte prima.
:19:22
Toen deed zich weer zo'n situatie
voor en hij opende de tweede brief.
:19:27
Hij las: Ga zitten
en schrijf twee brieven.
:19:49
Wilt u niet weten welke auto 't is?
-Het is 'n bruine Ford Explorer.
:19:53
Hij is gestolen.
Ik wil aangifte doen.
:19:56
Daarmee krijgt u uw auto niet terug.
-De politie vindt 'm niet terug.
:20:00
Maar jullie zijn de politie.
:20:02
Bel deze man
en hij zal uw auto vinden.
:20:06
Ik snap 't niet.
-Weet die man waar onze auto is?
:20:10
De politie zal 't hem zeggen.
-Waarom hem wel en ons niet?
:20:15
Omdat we 'm betalen. Hij betaalt
de politie en dan komt de auto terug.
:20:19
Dat is correct. Inderdaad.
:20:24
Geef 'm het geld nou maar.
:20:26
Laten we naar 't trottoir lopen.
:20:28
Pak 't maar aan.
-Naar 't trottoir.
:20:32
Naar 't trottoir.
Bel die man nou maar.
:20:36
Een prettige dag nog.
:20:55
Hoe is 't, vriend?
:20:58
Hoe gaat ie?