1:16:08
Ik kan haast niet wachten
om hem weer te zien.
1:16:12
Je was zo aandoenlijk
in de verloskamer.
1:16:16
Je gezicht toen
je hem in je armen had.
1:16:20
Vergeet dat nooit.
1:16:22
Wat heb je?
Harold, wat is er met je?
1:16:28
-Ik moet gaan.
-Uit het ziekenhuis?
1:16:33
Wanneer kom je terug?
1:16:38
-Ik kom niet terug.
-Wat bedoel je?
1:16:42
Ik wil niet gaan, maar ik moet.
1:16:47
Je komt niet meer terug?
1:16:52
Ik had stilletjes weg moeten gaan
om alles niet nog erger te maken.
1:17:04
-Kan ik u helpen?
-Ik zoek Harold Anderson.
1:17:08
Op de kraamafdeling,
in de verloskamer.
1:17:11
U kunt daar niet naar binnen.
Dat is verboden.
1:17:16
Ga weg, uit m'n buurt.
1:17:19
-Hoe krijg ik het toch voor elkaar.
-Ik weet dat je boos bent.
1:17:25
Lafaard. Twee minuten met je kind
en je schijt in je broek.
1:17:29
Gooi hem eruit.
1:17:32
Eruit, weg.
1:17:45
-Is Harold Anderson hier?
-Z'n vrouw wel. Hij is ervandoor.
1:17:51
Trap hem maar hard in z'n kloten. Het
kind is net geboren, en hij rent weg.
1:17:57
-Wat een ziek persoon.
-Hij wil terug. Ik weet waar hij is.