Wonder Boys
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:46:03
Op de campus heb ik z'n nummer wel.
- Laat maar. We vinden hem wel.

:46:15
Dus daar ben je. Ik dacht dat we
gisteravond nog wat zouden praten.

:46:23
Ik hoorde wat hij zei.
- Hoe laat ontbijten we ?

:46:26
Wat doen we nu ?
- Even wachten.

:46:31
Gelukkig, je bent er.
Wat er nu toch is gebeurd.

:46:34
Heb je even een momentje, liefje ?
:46:43
Mag ik u iets vragen ?
- Natuurlijk.

:46:46
Waar gaan we precies naartoe ?
- Ik moet vandaag wat dingen doen.

:46:51
M'n vrouw opzoeken.
- Die u heeft verlaten ?

:46:54
Ja, die.
:47:00
U bloedt, Mr Tripp.
- Je meent het.

:47:09
Waar woon je nu eigenlijk ?
:47:12
Zelfs Hannah Green heeft geen idee
waar jouw appartement zich bevindt.

:47:17
Ik ben er uitgezet.
:47:20
Nou ja, niet helemaal.
Men heeft me verzocht te vertrekken.

:47:23
Daar zit vast een verhaal achter.
- Ja, maar dat is niet erg interessant.

:47:29
Waar slaap je nu dan ?
:47:33
Op het busstation.
:47:37
Het valt mee. Ik ken de nachtwaker en
heb 'n kapotte kast voor m'n spullen.

:47:47
Voor hoe lang ?
- Een paar weken.

:47:50
Daarom heb ik dat pistool.
Om mezelf te beschermen.

:47:54
Had het dan tegen iemand gezegd.
- Tegen wie dan ?

:47:57
Weet ik veel. Tegen mij ?

vorige.
volgende.