1:06:05
	Mag ik even ?
1:06:13
	Ik weet dat het niet mag, maar het
lag daar. Ik kon het niet laten.
1:06:17
	Niet te geloven
dat ik het had laten liggen.
1:06:21
	Heeft Crabtree ook rondgesnuffeld ?
- Ik dacht het niet.
1:06:25
	We bergen het even op.
1:06:32
	Ik wacht de hele nacht al op je.
- Ik voel me gevleid, maar...
1:06:39
	Stoor ik bij de les ? Je bent trouwens
een gastheer van niks, Tripp.
1:06:44
	Die rol heb jij toch op je genomen ?
- Ach ja, je improviseert wat.
1:06:49
	Wat heb jij trouwens gedaan ?
- Rondgereden met James.
1:06:53
	Hij heeft die hond vermoord, hè ?
1:06:55
	Ze dachten dat hij was weggelopen,
maar er zijn bloedsporen gevonden.
1:07:01
	Een indringer, zei men, maar Terry
vond het net iets voor James.
1:07:05
	Heeft iemand anders dat ook bedacht ?
- Dat komt nog wel.
1:07:10
	Je kent James niet eens.
- Wie wel ?
1:07:13
	Ik. Nu wel.
Ik heb een tijdje met hem opgetrokken.
1:07:18
	En ik heb iets van hem gelezen.
- Heb je z'n boek gelezen ?
1:07:22
	Is het wat ?
- Het is heel erg goed.
1:07:27
	Het is waarachtig.
- Ik wist het.
1:07:30
	Waar is hij nu ?
- Ik heb hem naar z'n ouders gestuurd.
1:07:36
	Waarom doe je dat nou ?
- Dat leek me nu het beste voor hem.
1:07:43
	En misschien ook wel voor mij.
1:07:49
	Ik was er niet voor hem.
- Stel je voor.
1:07:55
	Hannah, waar heb jij James toen
naartoe gebracht ? Naar z'n tante ?