You Can Count on Me
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:14:12
Kan ik dat geld nu krijgen ?
:14:23
Is dat alles ?
:14:30
- Leen wat van je broer.
- Dan moet ik met 'm praten.

:14:34
- Ik blijf 'n paar dagen weg.
- Waarom ?

:14:39
M'n zuster is geen bank.
Hou op met dat gezeik.

:14:46
Ik kom snel terug.
Ik ben niet wat ze zeggen.

:14:51
Dat weet ik.
:15:09
Ik bel je vanavond.
:15:19
- Zeg je niet dat je van me houdt ?
- Ik hou van je.

:15:23
Lekker enthousiast.
:15:27
Als 't voorbij is
moet je terug naar huis gaan.

:15:39
Bel je vanavond ?
:15:41
Zeker weten.

vorige.
volgende.