:28:04
Met twintig.
:28:09
Heeft u alles gevonden wat u zocht?
- Alleen geen condooms.
:28:14
Ik zag m'n maat niet.
- Wat doe jij hier, verdomme?
:28:18
Boodschappen?
- Hoe kom je aan geld?
:28:21
Jij hebt geen geld, ik wel.
- Steek 't in je reet.
:28:25
Ik betaal de dingen voor m'n gezin.
:28:27
Afrekenen of ik roep je chef.
:28:31
Maak dat je wegkomt,
anders sla ik je verrot.
:28:35
Ik ben Susana niet, eikel.
Ik sla terug.
:28:45
Wat is er gebeurd?
- Niets.
:28:48
Godverdomme.
:28:52
Goedemiddag.
:29:06
Je krijgt meer.
- Waarvoor?
:29:10
Dan kun je voor hem zorgen.
:29:13
En voor deze.
:29:36
Hoe gaat 't, broertje?
:29:38
Met mij gaat 't goed.
:29:41
Nee, niet veel.
:29:43
Wacht even.
:29:45
Ik versta er niets van.
- Ik ook niet. Ga maar uit bed.