2:10:10
Kennen jullie elkaar?
2:10:18
Dit was niet de deal.
- Welke deal?
2:10:23
Jij zou...
- Wat zou ik?
2:10:25
Nou wat?
2:10:29
Dat was jouw werk.
- Werk?
2:10:32
Dat was dan niet duidelijk.
2:10:34
Jij wilde hem van de kaart vegen.
Doe 't zelf.
2:10:37
Hij is helemaal voor jou, Kain.
2:10:41
Schiet 'm dood, flikker.
Hij is helemaal voor jou.
2:10:47
Ik heb je betaald.
2:10:49
Ik heb jou betaald om 't te doen.
2:10:52
Dus je gaat 't niet doen?
2:10:55
Wil je dat ik hem doodschiet?
2:10:58
Moet ik 't doen?
2:11:00
Moet ik schieten?
2:11:02
Geef antwoord.
2:11:04
Nou?
2:11:08
Of zal ik jou doodschieten?
2:11:11
Zal ik hem doodschieten?
2:11:14
Wil je dat echt?
2:11:16
Stomme nicht.
2:11:52
Hé, ga je mee of blijf je hier?