1:01:01
Je hebt zachte haren.
1:01:03
Zacht als die van 'n kind.
1:01:49
Nu is 't hele figuur te zien.
Nou, wat vind je ?
1:01:53
Smeer 'm maar in met stront.
1:01:54
Waar moet je die vandaan halen met
onze armoede ?
1:01:57
- Trek z'n tong er uit.
- En de wrat ook.
1:02:00
Ik heb 'r al 'n stuk of vijf opgezet.
1:02:04
- Nou jongens, kan-ie zo ?
- Klaar.
1:02:07
Ik laat 'm wel 'n keel opzetten !
Goed, we gaan.
1:02:10
Smeerlap ! Schoft !
1:02:31
We geven 't terug, wees
maar niet bang.
1:02:33
Als we van de operatie terugkomen,
geven we 't terug.
1:02:37
Wat maken jullie 'n manke van 'm ?
Hij is sterk.
1:02:41
Ga met ons mee, jongen.
Als je honger hebt, loop je wel.
1:02:44
Ik weet hier 'n opslagplaats vlakbij.
Opstaan !
1:02:49
Lieve zoontjes van ons, laat
ons niet in de steek !
1:02:53
We zijn toch niet alimentatieplichtig
om van jullie weg te lopen ?
1:02:57
Wat willen jullie deze keer ? Bestel
maar, net als in de kantine.