1:06:10
ls dit glas schoon?
1:06:12
Geef me 'n glas water.
- Het staat op tafel.
1:06:16
lk heb het niet tegen jou.
En een kalmeringsmiddel.
1:06:20
Vond u het eten niet lekker?
- lk heb niet gegeten.
1:06:26
ln geen filosofie is 't mogelijk...
- Komt u met filosofie aan?
1:06:31
Wij moeten
deze parasieten uitroeien.
1:06:34
Ze pakken ons eten af,
onze banen, ons geld.
1:06:38
Dat is niet waar.
- Kiezen de uitverkorenen dat?
1:06:42
Mijn excuses. U hebt recht
op een reactie op uw standpunt.
1:06:48
De winter is streng.
1:06:49
Het ziet ernaar uit dat de oorlog
lang en hard zal worden.
1:06:54
De joden zitten ons in de weg.
1:06:58
Hoe kan zo'n perifere figuur als ik
uw plannen in de weg staan?
1:07:04
U onderschat uw invloed, ik niet.
1:07:08
U van uw voetstuk halen, is lastig,
1:07:11
maar ongetwijfeld niet onmogelijk.
1:07:16
Zei u niet
dat we praktisch moesten zijn?
1:07:20
Dan moet u nu praktisch zijn.
1:07:23
Tot Duitsland zich uw filosofie
kan veroorloven:
1:07:26
jaag ze op, neem ze alles af,
stop ze in de gevangenis,
1:07:30
maar dood ze vooral niet.
Dat is heel edel van u,
1:07:34
maar mij lijkt dat toch eigenaardig.
1:07:39
Straks zal ik u vragen
of u het met ons eens bent.
1:07:44
Moet ik daar nu op antwoorden?
- Nu of later.
1:07:51
lk verzet me niet.
- lk wil meer.
1:07:54
Uiteraard.
1:07:56
Uitstekend. We begrijpen elkaar.