1:18:06
Waarom leerde z'n opa hem schieten,
en niet z'n vader?
1:18:11
Z'n vader is dood. Z'n moeder ook.
1:18:17
Vertelt hij weleens over z'n vader?
-Hij heeft 'm niet gekend.
1:18:24
Heeft ie op school gezeten?
-Hij beantwoordt veel brieven.
1:18:31
Schrijven meisjes hem?
-Iedereen schrijft.
1:18:35
Houdt iemand uit z'n dorp van hem?
-Iemand van hier.
1:18:38
Houdt ze van hem?
-Ja, want hij is knap...
1:18:43
...en dapper, en zij is heel mooi.
Ik ken haar, ze woont in de buurt.
1:18:48
Ze heeft gestudeerd. Ze zijn allebei
knap, en ze gaan vast trouwen.
1:19:00
Tenminste, dat denk ik.
1:19:03
En jij, Sacha...
1:19:07
Waarom help je de Duitsers?
1:19:12
Omdat ze sterker zijn,
en de oorlog gaan winnen.
1:19:16
En omdat je van chocola houdt.
1:19:35
Deze mensen weten dat ze sterven.
Dus als ze hier terugkomen...
1:19:41
...is het 'n meevaller.
-Neem me niet kwalijk.
1:19:46
Dus elke kop thee...
1:19:48
...elke sigaret...
1:19:51
...is iets om te vieren. Want voor
velen kan 't de laatste nacht zijn.
1:19:58
Dat moet je aanvaarden.