Experiment, Das
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:26:07
Kun je daarvan leven?
- Nou en of.

:26:10
Laat niet zo met je sollen.
- Wat moet ik dan doen?

:26:14
Als ze ons niet serieus nemen,
is het uit.

:26:17
Dus als je hem zegt z'n melk te
drinken, dan moet hij dat. Snap je?

:26:20
Ja, duidelijk.
:26:23
Maar het Elvis-nummer is goed.
- Tof, dat heupwiegen.

:26:29
Heeft m'n vrouw gemaakt.
- Nee, bedankt.

:26:32
Heb jij kinderen?
- Eén zoon.

:26:34
Vier maanden.
- Schattig.

:26:37
Hier, dit zijn mijn kindjes.
:26:40
Een tweeling? Ook schattig.
:26:42
Mag ik ook eens kijken?
- Zeker.

:26:45
Hier.
:26:46
En jij, Berus?
- Een dochter.

:26:49
Hoe oud?
:26:50
Over drie dagen wordt ze twaalf.
- Heb je een foto?

:26:56
Nee? Wat voor vader ben jij?
- lk ben een goede vader.

:27:03
En jij, Eckert? Heb jij kinderen?
:27:11
Wat nu weer?
:27:22
Naar buiten, 77.
:27:26
Hoezo?
- Naar buiten, zei ik.

:27:32
Wat is er?
- Opdrukken.

:27:36
Kan dat niet wat vriendelijker?
:27:38
Opdrukken.
- lk versta je wel, homo.

:27:41
Zeg eens alsjeblieft en ik doe het.
Gewoon alsjeblieft zeggen.

:27:44
Nou? Nou?
:27:47
Goed dan, iedereen naar buiten.
:27:50
Doe niet zo stoer. Zij hebben er niks
mee te maken. Vecht het met mij uit.

:27:55
Opdrukken.
- Ga liggen. Twintig keer.


vorige.
volgende.