:30:01
Hoe gaat het ?
:30:09
Alles goed ?
- Ja. Met jou ?
:30:11
Goed.
- De zaken ?
:30:12
De zaken gaan goed.
:30:14
De kok heeft iets lekkers.
En een lekkere fles.
:30:18
Fijn, bedankt.
- Smakelijk eten.
:30:25
Mag ik je wat vragen ?
:30:30
Waarom gaf je me die roos ?
- Dat leek me wel leuk.
:30:38
Wat is daar mis mee ?
:30:40
Je geeft me een rode roos,
haalt me op met een limousine...
:30:44
en je hebt een lekker luchtje op.
Ik vroeg het me gewoon af.
:30:50
Wat dan ?
:30:54
Is dit een afspraakje ?
:30:56
Nee, hoor. Als dat zo was,
zou ik het je wel hebben verteld.
:31:01
Alsjeblieft.
- Dank je.
:31:08
Wat is dit ?
- Dat zijn escargots.
:31:12
Slakken. Een Franse delicatesse.
:31:16
Heeft iemand die
speciaal in Frankrijk gehaald ?
:31:23
Ik vind het gezellig met je.
:31:29
Op ons.
:31:31
Op ons.
:31:34
Ik moet even iets pakken. Ga je mee ?
:31:40
Waarom niet ?
:31:41
Je wil me mee naar binnen krijgen.
:31:44
Doe niet zo achterdochtig.
- Dat doe ik niet.
:31:48
Vijf minuutjes maar. Meer niet.
:31:52
Vijf minuutjes.
:31:55
Drie.
:31:59
Kijk eens aan.