1:01:02
	Misschien moesten we
samen iets gaan doen.
1:01:06
	Dat lijkt me leuk.
- Echt ?
1:01:08
	Hoi, ik ben Dice.
- Hoe gaat het ermee ?
1:01:12
	Ik vind jou ook goed.
- Dank je.
1:01:15
	We kunnen met z'n allen wat doen.
- Ja. Moeten we doen.
1:01:20
	Ik heb het te druk.
Ik ben met Quincy bezig.
1:01:24
	O ja ? Waar werken jullie dan aan ?
1:01:27
	We zijn net begonnen.
Ik hou het nog even stil.
1:01:31
	Oké. Veel succes ermee dan.
1:01:34
	Je bent een bofkont.
1:01:39
	Dat weet ik.
1:01:42
	We moeten gaan.
1:01:43
	Leuk je te hebben ontmoet.
1:01:46
	Hopelijk zie ik je snel.
- Waarom deed je dat nou ?
1:01:51
	Haal de meiden. Naar de auto.
- Wat ?
1:01:54
	Haal ze en ga naar de auto.
Laat me niet boos worden.
1:02:08
	'Je bent zo...
Wat een fantastische stem.
1:02:14
	Misschien kunnen we
samen iets schrijven.'
1:02:18
	Zo bedoelde hij het niet. Hou op.
1:02:21
	Ophouden ? Je moet juist blij zijn.
De grote artiest...
1:02:26
	Hij wil een nummer met je schrijven.
1:02:30
	Dat is mooi. Zo'n knappe vent.
1:02:34
	Zou hij ook willen samenwerken
als je meer kleren droeg ?
1:02:39
	Wat bedoel je daarmee ?
- Nou...
1:02:41
	je puilt er overal uit.
Hoe kom je hieraan ?
1:02:45
	Van jou gekregen.
- Laat haar toch met rust.
1:02:49
	Had ik jou wat gevraagd ?
1:02:51
	Je baalt dat je haar niet produceert.
- Dat moet je niet zeggen.
1:02:55
	Ik produceer meer
dan alleen lichaamsdelen, dikke reet.