Hannibal
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:54:26
We localiseren het gesprek
en zijn er binnen tien minuten.

1:54:30
Als het kan, ga daar dan weg.
1:54:34
En anders blijft u aan de telefoon.
1:54:37
Mevrouw ?
1:54:39
Bent u daar ? Mevrouw ?
1:54:58
Ze moeten zich welkom voelen.
1:55:05
Zijn dat sjalotjes ?
- En kappertjes.

1:55:12
Die boter ruikt heerlijk.
1:55:15
Heb je honger, Paul ?
1:55:17
Ontzettend.
1:55:25
Wat is het hoofdgerecht ?
1:55:27
Dat moet je niet vragen.
Dan bederf je de verrassing.

1:55:31
Clarice, wat doe jij op ? Je hebt
rust nodig. Ga terug naar bed.

1:55:36
Ik heb honger.
1:55:40
Hallo, Paul.
- Niet zo onbeleefd.

1:55:44
Zeg: Dag, agent Starling.
1:55:47
Dag, Agent Starling.
1:55:52
Ik heb je altijd al willen zien eten.
1:55:55
Wat heb je in je hand, Clarice ?
Iets om me mee neer te slaan ?


vorige.
volgende.