Heist
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:16:00
Dacht hij dat hij met het geld
naar huis zou gaan?

1:16:03
De enige die het niet wist was hij.
Iemand moest het voor hem uittekenen.

1:16:08
En jij ging er in mee, de hele tijd.
Meende je het echt?

1:16:13
Geef me antwoord, want ik kan je vertellen
wat we met het goud zouden kunnen doen.

1:16:39
Waar ga je naartoe?
1:16:42
- Alles goed met je?
- Waar ga je naartoe?

1:16:45
Ik ga even het goud controleren.
1:16:47
Laat het!
1:16:50
Loop er van weg!
1:16:51
- Laat het daar!
- Ervan weglopen?

1:16:54
Ben je gek geworden?
1:16:57
De truck is niet gestolen, in godsnaam.
1:17:02
Denk je dat ik wegloop van al dit...?

vorige.
volgende.