:18:02
Wat kan ik voor je doen ?
:18:05
Ik kwam Jason dat even brengen.
:18:07
Wat dan ?
- Dit.
:18:10
Ik wist niet waar hij 'm wil.
:18:15
Het wordt tijd dat hij 'm heeft.
Wat moet ik ermee ?
:18:18
Hij zal er veel aan hebben.
Hij maakt vorderingen.
:18:22
Ja, dat heb ik gehoord.
:18:25
Je had naar z'n wedstrijd kunnen komen.
- Ik heb je berichtje net gekregen.
:18:32
Waar zijn ze ? Bij hem ?
:18:36
Dat gaat je niks aan.
- M'n kinderen, maar 't gaat me niks aan.
:18:41
Je weet wat ik bedoel.
:18:47
Ik overweeg om terug te komen.
:18:49
Hier. Bij jou en de jongens.
:18:54
Wat bedoel je ?
:18:56
Terug hier komen wonen,
dat is wat ik bedoel.
:19:02
Ik weet wat je denkt.
Het is anders nu.
:19:10
Nam je vader je terug in de fabriek ?
:19:12
Heel lollig.
:19:14
Je krijgt nog cheques, niet ?
:19:16
Of zal ik vader z'n boekhouder bellen ?
:19:22
Heb je m'n nieuwe auto gezien ?
:19:25
Mooi.
- Hij is niet echt nieuw.
:19:27
David heeft 'm geruild voor de truck.
:19:30
We kunnen er met z'n allen in.
Prima voor de boodschappen.
:19:36
Wil je 'n ritje maken ?
:19:40
Jij verandert niet, hé ?
:19:46
Veranderen ? Nee.
:19:48
Nee, ik verander niet.
:19:51
Alles om me heen verandert.
Jij verandert.
:19:56
Je pakt mijn huis af...
:19:58
je pakt mijn kinderen af...